De eerste hapjes van je baby

Wanneer beginnen met de eerste hapjes?

Als je baby tussen de vier en 6 maanden oud is, kan je beginnen met zijn eerste hapjes. Dit zijn eigenlijk niet meer dan een aantal lepeltjes per dag van een geprakt papje groente of fruit om hem te laten wennen aan andere texturen en smaken dan moedermelk. Deze eerste hapjes vervangen borstvoeding of flesvoeding dus nog niet.

Het is erg belangrijk dat je niet eerder of later begint met de eerste hapjes. Als je eerder dan vier maanden begint, is het spijsverteringskanaal van je kleintje nog niet klaar voor vast voedsel. Dit kan zorgen voor voedselovergevoeligheid, zoals koemelkallergie. Als je later begint dan 6 maanden, kan het zo zijn dat je baby meer moeite heeft met het leren kennen en waarderen van verschillende smaken en texturen. Ook is het risico op een voedselallergie hoger als je na 6 maanden begint.

Meestal geef je de oefenhapjes totdat je baby’tje 8 maanden is. Hierna heeft hij meer behoefte aan vast voedsel en kan je hem langzaam echte maaltijdjes gaan geven. Je kan hier speciaal babybestek voor kopen, dit is doorgaans gemaakt van materiaal dat niet snel kapot gaat of scherpe randen heeft. Bekijk babybestek >

Klaar voor zijn eerste hapjes

Ieder kindje heeft een eigen tempo. De één zal eerder een lepel vol rijstepap in zijn mond willen stoppen dan een ander. Je baby geeft zelf aan wanneer hij klaar is voor bijvoeding. Dit merk je doordat je baby:

• Goed rechtop kan zitten.
• Minder kwijlt. (Dit betekent dat hij goed kan slikken, omdat hij zijn speeksel dan doorslikt. Hij kan echter ook meer kwijlen, doordat zijn eerste tandjes doorkomen.)
• Steeds smakkende geluiden maakt.
• Het ‘eten uit je mond kijkt’ of het zelfs van je vork probeert af te pakken.
• Je imiteert. Als jij kauwt, kauwt hij ook.
• Erg hongerig is, zelfs als je hem genoeg melk hebt gegeven.

Hoeveel hapjes per dag?

De eerste hapjes geef je naast de melkvoeding. Je hoeft dus maar een paar hapjes per dag te geven. Je baby moet namelijk nog genoeg trek hebben in zijn borst- of flesvoeding. Een goede richtlijn is om te beginnen met één of twee keer per dag drie à vier lepeltjes. Dit kan je steeds verder opbouwen, zodat de vaste voeding op een gegeven moment de melkvoeding vervangt.

Een goed tijdstip om zijn eerste hapjes te geven, is direct na zijn melkvoeding of tussen twee voedingen door. Dan is hij ontspannen, wakker en heeft geen grote trek meer.

Eerste hapjes: het menu

Bijna alle gezonde dingen die jij eet, mag je baby ook eten. Geef hem bijvoorbeeld lekker geprakte groente of fruit. In het begin is het verstandig om te beginnen met voedsel met zachte smaken, zoals banaan, perzik, worteltjes of bloemkool. Dan is het verschil met de zoete melkvoeding niet zo groot. Als dit goed gaat, kan je hem ook andere smaken laten proberen. Je kan dan stukjes brood (tot zeven maanden zonder korst) proberen of geprakte aardappel of rijst. Je kindje mag zelfs fijngemalen (goed doorbakken) vlees of vis.

Wat moet er niet op het menu?

• Rauw vlees of vis. Je kindje is nog erg gevoelig voor de bacteriën die daar in zitten. Zo kan hij bijvoorbeeld toxoplasmose krijgen.
• Rauwe eieren.
• Producten met veel vitamine A (bijvoorbeeld lever). Dit kan hoofdpijn, misselijkheid, duizeligheid of vermoeidheid veroorzaken.
• Producten met veel verzadigde vetten.
• Honing. In honing kan een bacterie zitten die kinderen tot één jaar erg ziek maakt. Ze krijgen bijvoorbeeld verslapte spieren.
• Producten met veel zout. De nieren van je baby werken nog niet optimaal en kunnen een grote hoeveelheid zout niet goed verwerken.
• Producten met veel suiker. Als je baby veel zoete producten eet, went hij aan deze smaak en ontwikkelt hier een voorkeur voor.
• Zuivelproducten. Tot zijn eerste levensjaar moet borstvoeding of flesvoeding zijn voornaamste melkbron zijn. Gewone melk bevat te weinig ijzer en goede vetten voor je baby.

Een paar dagen dezelfde hapjes

Als je net begint met bijvoeding geven, is het verstandig om hem eerst losse smaken te laten proeven. Dit doe je door een aantal dagen achter elkaar hetzelfde te geven. Je baby’tje leert zo de smaak te herkennen en te waarderen. Wist je dat je baby tien tot vijftien keer dezelfde smaak moet proeven voor hij er aan went?

Gaat het goed met het geven van losse smaken? Dan kan je combinaties proberen. Bijvoorbeeld kiwi en banaan of worteltjes met doperwtjes. Het afwisselen van smaken en combinaties kun je langzaam opvoeren, zodat jouw kindje straks een echte alleseter is.

Het klaarmaken van de eerste hapjes

Het is voldoende om de hapjes goed te prakken. Als je denkt dat het prakje wat te droog is, kun je het wat dunner maken met water, borst- of flesvoeding. Ook hiervoor geldt dat je steeds een stapje verder kan gaan. Als je baby’tje moeiteloos de papjes naar binnen schrokt, kan je de maaltijdjes wat grover maken. Als dat ook goed gaat, kan je zelfs overgaan tot het heel fijn snijden van zijn eten.

In plaats van het eten te prakken, kun je ook de Rapley-methode proberen, waarbij je het eten van je baby in stukjes snijdt ter grootte van zijn vuistje. Met deze methode bepaalt je kindje zelf wat en hoeveel hij eet en leert hij het zelf naar zijn mondje te brengen, zonder dat je hem daarbij helpt.

Hij spuugt alles weer uit

Als je net begint met bijvoeding is dat niet zo erg. De eerste hapjes geef je om je baby te laten wennen aan verschillende smaken en texturen. Dus niet voor de daadwerkelijke voedingswaarde. En eigenlijk is het helemaal niet zo gek dat hij het weer uitspuugt: het is compleet nieuw voor hem!

Een lekkere kliederboel

Laat je kindje dan ook experimenteren met zijn voedsel. Laat hem er eventueel eerst aan voelen, mee spelen, zelf in zijn mond stoppen, voordat je de lepel naar zijn mond brengt. Zo heeft hij op zijn eigen manier al kennis gemaakt met dit nieuwe fenomeen en gaat het eten geven makkelijker. Een kliederboel wordt het waarschijnlijk toch wel. Eet smakelijk!